De BRL / URL 1330 onder één paraplu
Het aanbrengen van steenstrippen op allerlei soorten gebouwen wordt inmiddels veelvuldig toegepast. Dat is enerzijds een voordeel voor de branche van de gevelspecialisten – het is keramisch materiaal, en ook steenstrippen gevoegd kunnen worden – maar anderzijds is er een nadeel.
Het aanbrengen van steenstrippen moet namelijk worden uitgevoerd met de grootste zorg en aandacht - en dat gebeurt helaas niet altijd. Zo moet er met name uiterst zorgvuldig worden gelet op de ‘open tijd’ van het hechtmiddel, omdat de hechting van de strips op de ondergrond natuurlijk van uitermate groot belang is.
Wordt hier niet op gelet, dan kan er lijm worden aangebracht die niet meer de vereiste hechting levert, met een potentieel gevaar van het loslaten en vallen van de steenstrip met alle gevaren van dien. Er zijn al gemeenten die hier mee te maken hebben gehad en (juridische) maatregelen hebben genomen. Wij als branche moeten er alles aan doen om dat te voorkomen.
Want de branche heeft er alle belang bij dat de steenstrippen in het algemeen en het aanbrengen in het bijzonder goed kan gebeuren en dat er geen schadegevallen optreden, geen gevaar wordt veroorzaakt voor mensen, zodat er vanuit gemeenten geen harde restricties worden voorgeschreven.
Wij als branche moeten kortom ons steentje bijdragen om te zorgen dat de steenstrippen een goed imago krijgen én houden. Want het is een mooi product met vele toepassingsmogelijkheden dat aan de gebouwde omgeving een mooie bijdrage kan leveren.
Hierom wordt er door diverse partijen uit de branche gewerkt aan een BRL en URL voor het werken met steenstrippen.
Er is een bijeenkomst gehouden met als doelstelling om te komen tot een URL en BRL 1330 voor Buitengevelisolatie(-systemen) met keramische - of andere steenachtige afwerkingen, waarbij speciaal gekeken wordt naar steenstrippen.
Een groot aantal partijen die betrokken zijn bij dit onderwerp waren aanwezig, zoals SKH, SKG IKOB, Gebouwschil Nederland, KNB, Omnicol, mortelfabrikanten verenigd in NEMO.
Zowel SKH als SKG IKOB werken samen mee in dit project; daar waar het gaat om het lijmen op plaatmateriaal (lijmen met kit) wordt de expertise van SKH gebruikt, daar waar het gaat om aanbrengen op steenachtig materiaal (cementgebonden ‘lijmen’) wordt de deskundigheid van SKG IKOB betrokken. De Gebouwschil Nederland heeft er aan bijgedragen dat er niet twee documenten, maar één BRL komt; dat geeft duidelijkheid in de markt.
Er komt een product BRL, zodat duidelijk is waar gebruikte producten aan moeten voldoen die dan ook gecertificeerd kunnen worden, en er komt een proces-BRL, zodat ook verwerkers die de steenstrippen aanbrengen het procescertificaat kunnen halen.
Er wordt voorzien dat er in circa vier vergaderingen gekomen kan worden tot de uitwerking van de documenten, en dat er dan nog één begeleidingscommissie nodig is.
Als dat allemaal lukt dan zou het document nog in 2018 afgerond kunnen worden.
Bouwbesluit
Uiteraard wordt binnen de commissie goed gekeken naar de afstemming van de BRL op bouwbesluit.
Ondergrond
Een belangrijk aandachtspunt voor de verwerker is het (juridisch) accepteren van de ondergrond. Hier moet erg goed op gelet worden, omdat dit de basis vormt voor het verdere aanbrengen. Hier wordt een checklist voor ontwikkeld. Bijvoorbeeld moet de vochtigheid goed worden bepaald.
Schone strips
Voor de verwerker is het van uitermate groot belang dat de steenstrips schoon op de bouw worden aangeleverd. Dus zonder zaagslib!
Dat is enerzijds van groot belang voor het kunnen halen van de beloofde kwaliteit. Daarbij is het op de bouw schoonmaken van de steenstrippen gewoon erg lastig en kost erg veel tijd. Daarbij is het twijfelachtig of er dan nog kan worden ingestaan voor de juiste verwerking ervan.
Wij zetten er op in dat niet-schone strippen leiden tot afkeur en dat deze niet mogen worden verwerkt.
Bepalen voeghardheid
Het bepalen van de hardheid van de voeg tussen de steenstrippen moet nog worden geregeld. Dit kan niet via de in de CUR61 genoemde methode worden gedaan, omdat die daarvoor niet geschikt is. Hier moet dus een andere testmethode voor ontwikkeld worden.
Wanneer is een strip een steenstrip?
Het is uiteraard van groot belang dat er eenduidigheid komt over de naam van de strippen. Wanneer is een strip een steenstrip En wanneer wordt het een tegel? Dit moet duidelijk in de BRL en URL worden opgenomen. Het is voor de verwerkers ook van groot belang dit bij aanbiedingen goed te onderscheiden.
Opleidingen
Moeten mensen die met strippen werken zijn opgeleid? Daarover wordt nog discussie gevoerd. Overwogen wordt om per zoveel mensen die op de bouw met strippen werken, minimaal één persoon te hebben de benodigde theoretische achtergrond. Dit om te borgen dat er een correct eindresultaat wordt geleverd. Dit wordt in nauw overleg met de brancheorganisatie opgepakt.
Certificatie
Omdat het aanbrengen van steenstrippen bepaalde risico’s met zich meebrengt, en omdat het met name in deze begintijd van groot belang is een aantal mooie, aansprekende projecten te maken zónder dat daar schades van komen – zodat er geen onnodige negatieve publiciteit komt – wordt in eerste instantie afgesproken dat bedrijven die onder de certificatie vallen vooralsnog álle projecten verplicht melden en deze onder certificatie maken.
De product-BRL 1330
De steenstrippen moeten voldoen aan bepaalde producteigenschappen. Bijvoorbeeld vlakheidseisen. Deze komen waarschijnlijk te liggen rond de waarde (bepaald van de achterzijde) kromming of bolling max 2 mm. In de uiteindelijke BRL wordt dit definitief vastgelegd.
Tevens worden de producteisen van de strippen en welke informatie er verstrekt moet worden bij de steenstrippen vastgelegd. Denk hierbij aan maatvoering, toleranties en wateropname en dergelijke, maar ook de waarden van reflectie en absorptie. Dit heeft bij de combinatie van zonlicht en verlijmen effect op de isolatie.
Met name bij donkere strippen kan dit voor problemen zorgen. Een belangrijk aandachtspunt voor de verwerker is dan ook als er donkere strippen op zon georiënteerde gevels op EPS worden verlijmd. Dit kan namelijk tot de genoemde problemen kan leiden door de oplopende temperaturen.
Voegmortels
Voegmortels die worden gebruikt bij strippen moeten speciale producteisen krijgen vanuit de BRL 1905.
“Open tijd”
Om een kwalitatief goed eindproduct te kunnen garanderen is de ‘open tijd’ van de lijm (de tijd dat de lijm aan de lucht wordt blootgesteld voordat deze verwerkt wordt) een zeer belangrijk punt. Om zich goed te kunnen wapenen tegen claims, is het van uitermate groot belang dat de verwerker kan aantonen dat hij zich voor wat betreft deze “open tijd” aan de verwerkingsvoorschriften van de leverancier houdt.
Vochtgehalte
Vanuit de vertegenwoordiging van GNL wordt hard gestreden om de benodigde metingen die moeten worden uitgevoerd voor de verwerker vooral praktisch en werkbaar te houden. Diverse voorstellen die voor heel veel werk voor de verwerker zouden leiden zijn hierbij al afgeschoten.
BRL 1330 - verlijming van (steen)strips
De producten én de toepassing ervan bepalen samen de kwaliteit
Een goed product als een steenstrip alleen is nog geen garantie voor de kwaliteit na de verwerking.
Dit hangt ook af van de gebruikte materialen en de wijze van aanbrengen. Dat hierbij de verwerkingsvoorschriften juist worden toegepast is van groot belang.
Het gaat hierbij om het samenhangende systeem van de (steen)strips, dus de ondergrond waarop de strips worden aangebracht, de gebruikte lijm waarmee de strippen worden aangebracht, de strippen zelf en uiteraard ook de uitvoering van het werk, waarbij zaken als temperatuur en luchtvochtigheid een rol spelen. De juiste manier van werken is voorwaarde voor het leveren van kwaliteit.
Het uitgangspunt is dat de op een gevel aangebrachte strips van verschillende materialen probleemloos gedurende de levensduur van een gebouw blijven zitten.
De nieuwe BRL 1330 bestaat uit vier delen:
BRL 1330-01 stelt eisen aan cementgebonden verlijming van (steen)strips;
BRL 1330-02 stelt eisen aan elastische verlijming van (steen)strips;
BRL 1330-03 geeft richtlijnen aan voor fabrieksmatig aanbrengen van (steen)strips;
BRL 1330-04 beschrijft richtlijnen voor op de bouwplaats aanbrengen van (steen)strips.
Op basis van deze nieuwe BRL kan bepaalt worden of een combinatie ‘lijm – (steen)strip – ondergrond’ geschikt is om een gevel te realiseren die gegarandeerd kan worden gedurende de levensduur van het gebouw.
Als bijvoorbeeld een kwalitatief goede lijm wordt toepast op een voor die lijm niet geschikte ondergrond heeft dat negatieve invloed op de levensduur van die combinatie.
Kwaliteit van het eindproduct wordt niet alleen bepaald door de producteigenschappen, maar ook door hoe dit wordt toegepast.
Door te werken met gecertificeerde producten en een gecertificeerd proces conform deze nieuwe BRL 1330 worden risico’s die het aanbrengen van (steen)strips op een gevel met zich meebrengt uitgesloten.
Uiteindelijk zijn alle partijen erbij gebaat dat er (steen)strips op gevels bevestigd worden waarvan de hechting gegarandeerd wordt.